Grondwettelijk Hof oordeelt dat Transgenderwet moet worden aangepast

19 juni 2019

Vandaag besliste het Grondwettelijk Hof dat bepaalde elementen van de Transgenderwet in strijd zijn met de Grondwet (zie het arrest voor meer info). De Transgenderwet, die sinds 1 januari 2018 van kracht is, maakt het eenvoudiger om het geslacht op je identiteitskaart aan te passen van ‘man’ naar ‘vrouw’ en omgekeerd. Een dergelijke binaire benadering van geslacht reflecteert de realiteit en diversiteit aan genderidentiteiten niet. Daarom trokken verschillende middenveldorganisaties (Çavaria, Genres Pluriels en Rainbowhouse Brussels) in 2018 naar het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof volgt hun stelling en oordeelt vandaag dat ook personen met een non-binaire genderidentiteit, of genderfluïde personen, de mogelijkheid moeten hebben om hun geboorteakte aan te passen overeenkomstig hun genderidentiteit.

Dat de Transgenderwet deze mogelijkheid niet biedt, is in strijd met het gelijkheidsbeginsel vervat in de Grondwet. Het Hof stelt: In het licht van die overwegingen is het niet redelijk verantwoord dat personen met een niet-binaire genderidentiteit, in tegenstelling tot personen met een binaire genderidentiteit, worden verplicht een registratie in hun geboorteakte te aanvaarden die niet in overeenstemming is met hun genderidentiteit (p. 33, arrest 99/2019). Dat het geven van deze erkenning aan non-binaire personen gevolgen heeft voor de samenleving en ons rechtssysteem, is volgens het Hof dus geen afdoende argument om deze ongelijkheid in stand te houden.

Bovendien stond de Transgenderwet slechts een beperkt aantal wijzigingen van de genderidentiteitsregistratie toe. Als je één keer je geslachtsregistratie had gewijzigd, kon je deze slechts één keer opnieuw wijzigen via de familierechtbank. Ook hierover spreekt het Grondwettelijk Hof zich uit in het voordeel van genderfluïde personen: In het licht van die overwegingen is het niet redelijk verantwoord dat personen met een fluïde genderidentiteit, in tegenstelling tot personen met een niet-fluïde binaire genderidentiteit, verplicht worden een registratie die niet in overeenstemming is met hun genderidentiteit, te aanvaarden, en onderworpen worden aan een uitzonderlijke procedure voor de familierechtbank indien zij de registratie van het geslacht in hun akte van geboorte meer dan één keer willen aanpassen (p. 39, arrest 99/2019).

De overweging dat het herhaaldelijk wijzigen van de genderidentiteitsregistratie fraude in de hand zou werken is volgens het Hof achterhaald. Er zijn immers voldoende maatregelen voorzien in de eenvoudige administratieve procedures om fraude tegen te gaan.

Ook het Instituut, dat in het kader van zijn juridische missie bevoegd is om de discriminatie van transgender personen te bestrijden en gendergelijkheid te promoten, juicht toe dat een bredere groep mensen op basis van zelfbeschikking nu toegang zal kunnen krijgen tot de Transgenderwet. Personen moeten de mogelijkheid krijgen om zich te registreren volgens hun eigen beleefde genderidentiteit, ook als deze genderidentiteit niet traditioneel vrouw of man is.