Represailles

Bescherming tegen represailles

Wie actie onderneemt tegen discriminatie vreest soms voor represailles in de vorm van ongunstige maatregelen die tegen de eigen persoon zouden worden genomen. Dat geldt zowel voor de gediscrimineerden zelf als voor al wie hen probeert te helpen, bijvoorbeeld door hen door te verwijzen naar een instantie zoals het Instituut, of door erover te getuigen. Die vrees is nog groter in een werkcontext, waarbij werknemers vrezen dat ze ontslagen zullen worden of dat hun arbeidsvoorwaarden eenzijdig aangepast zullen worden.

Om hen niet te ontmoedigen, kunnen ze rekenen op speciale maatregelen die hen beschermen tegen represailles. Die maatregelen werden naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in 2019 verder in de Belgische wetgeving aangescherpt.

Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie

We zetten even de feiten op een rij: in 2015 solliciteerde mevrouw H. voor een job in een winkel. De gerante, mevrouw V., voerde een gesprek met haar, waarbij de kandidate aangaf dat ze zwanger was. De gerante liet haar directie weten dat mevrouw H. de juiste kandidate was voor de job. De directie antwoordde dat ze de kandidate niet wilde aannemen omdat ze zwanger was en de gerante bracht de kandidate hiervan op de hoogte. Mevrouw H. meldde dit bij het Instituut. Enkele maanden later ontsloeg de werkgever de gerante omdat ze de kandidate had gesteund. De gerante meldde dit eveneens bij het Instituut.

Mevrouw V. werd echter niet beschermd tegen de represailles waaraan zij werd blootgesteld. De Belgische wet bood immers alleen bescherming aan werknemers die optraden als getuige voor de rechtbank of in het kader van het onderzoek naar de klacht van het vermeende slachtoffer en alleen als de getuigenis voldeed aan de in de wetgeving vastgelegde formele vereisten.

De zaak belandde voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof oordeelde dat de bescherming van getuigen in ruime zin moet worden toegepast en niet door formele criteria mag worden beperkt. Het doel is immers om slachtoffers en getuigen van discriminatie ruimte te geven om stappen te ondernemen en ervoor te zorgen dat gevallen van discriminatie worden opgespoord en opgelost.

Naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie werd de Represaillewet in het leven geroepen om de antidiscriminatiewetgeving te herzien en slachtoffers en getuigen van discriminatie beter te beschermen.

Hoe werkt de bescherming? 

Het principe is als volgt: het is verboden om nadelige maatregelen te treffen ten aanzien van een persoon die een melding heeft gedaan, een klacht heeft ingediend of een rechtsvordering heeft ingesteld die verband houdt met een vermeende inbreuk op de antidiscriminatiewetgeving om redenen die verband houden met die melding, klacht of rechtsvordering of met de inhoud ervan. Hetzelfde verbod geldt voor personen die optreden als getuige of een melding hebben gedaan of een klacht hebben ingediend ten voordele van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft, maar ook voor de personen die de betrokkene raad geven, hulp bieden of bijstaan én voor de personen die de inbreuk van de antidiscriminatiewetgeving opwerpen.

De acties die de bescherming in werking doen treden zijn niet onderworpen aan specifieke formele voorwaarden. Met andere woorden, in tegenstelling tot het vroegere systeem is het niet langer nodig dat die acties worden vastgelegd in een gedateerd en ondertekend document, of dat ze per aangetekende brief worden gemeld. Enkele voorbeelden:

  • Een melding bij de organisatie die betrokken is bij de vermeende inbreuk, bijvoorbeeld de onderneming waar het vermeende slachtoffer werkt;
  • Een melding of klacht bij het Instituut, Unia of een belangenorganisatie zoals Test-Aankoop of een vakbond;
  • Een aangifte bij de politiediensten;
  • Een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter;
  • Een kennisgave aan de procureur des Konings of de arbeidsauditeur;
  • Een getuigenis;
  • Het verlenen van advies, hulp en/of bijstand aan het vermeende slachtoffer;
  • Het opwerpen van een inbreuk op de antidiscriminatiewetgeving, zelfs als er nog niemand door de inbreuk wordt getroffen. Wanneer een werkgever bijvoorbeeld verklaart dat die van plan is om nooit vrouwen aan te werven, is er geen concreet slachtoffer, maar het is belangrijk dat de werknemer die deze verklaring heeft gehoord, kan ingrijpen en beschermd wordt tegen nadelige maatregelen.

De persoon die dergelijke actie onderneemt, wordt beschermd zowel tegen represailles in verband met de actie zelf als tegen represailles in verband met de inhoud van de gemelde feiten.

Misbruik

Let op: de bescherming tegen represailles geldt niet als er misbruik wordt gemaakt van de procedures. Denk bijvoorbeeld aan een klant van een dienstverlener die zich niet aan de interne regels houdt en daarom vreest niet langer toegang te krijgen tot de dienst. De klant doet een valse melding van discriminatie, in de hoop bescherming te kunnen inroepen tegen nadelige maatregelen wanneer die in de toekomst wordt uitgesloten. De uitsluiting is echter een direct gevolg van het feit dat de klant zich niet aan de afgesproken regels heeft gehouden. In dat geval maakt de klant misbruik van de bescherming en is die dus niet van toepassing. Dit geldt ook in een werkomgeving. Zo vreest een werknemer die zich niet aan het arbeidsreglement houdt ontslagen te worden. De werknemer doet een valse melding van discriminatie, in de hoop bescherming te kunnen inroepen tegen nadelige maatregelen wanneer die in de toekomst wordt ontslagen. Het ontslag is echter een direct gevolg van het eerdere ongepaste gedrag van de werknemer. In dit geval maakt de werknemer misbruik van de bescherming tegen nadelige maatregelen en kan die dus niet worden toegepast.

Bewijslast

Met het oog op de bescherming tegen represailles bepaalt de wet dat de bewijslast voor een periode van twaalf maanden wordt omgekeerd. Dat betekent dat gedurende een periode van twaalf maanden de persoon die de nadelige maatregel heeft genomen moet aantonen dat die maatregel geen verband houdt met de acties van de persoon tegen wie de maatregel wordt genomen. Die periode begint te lopen vanaf het moment waarop de persoon die de maatregel neemt kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis kon hebben van de actie die de beschermde persoon heeft ondernomen. Na de periode van twaalf maanden is het nog steeds verboden om represaillemaatregelen te nemen tegen elke persoon die actie onderneemt tegen discriminatie. Wel ligt de bewijslast vanaf dat moment bij die persoon zelf.

In alle gevallen moet de persoon die de bescherming inroept met alle wettelijke middelen aantonen dat die stappen heeft ondernomen waardoor de bescherming in werking treedt. De wet bepaalt evenwel dat, om dit aan te tonen, de persoon een schriftelijk en gedateerd bewijs kan vragen van de actie die ondernomen werd bij de organisatie, dienst of instelling waar die dat heeft gedaan. Dat kan handig zijn wanneer de klacht of melding bijvoorbeeld mondeling is gebeurd.

Schadevergoeding

Als wordt vastgesteld dat er effectief sprake is van een nadelige maatregel, moet de persoon die de maatregel heeft genomen een schadevergoeding betalen aan de persoon tegen wie de maatregel werd ingesteld. Die schadevergoeding mag gecombineerd worden met elke schadevergoeding die nog verschuldigd zou zijn als compensatie voor de discriminatie. Een voorbeeld: een zwangere werkneemster krijgt geen promotie omdat ze zwanger is. Dit is een vorm van discriminatie. Ze onderneemt gerechtelijke stappen en krijgt 6 maanden brutoloon als schadevergoeding voor de discriminatie waarvan ze het slachtoffer is geworden. De werkgever is boos omdat diens werkneemster deze juridische procedure is gestart en ontslaat haar. De werkneemster lijdt verdere schade als gevolg van dit ontslag. Als het niet mogelijk zou zijn om de schadevergoeding voor discriminatie te combineren met de schadevergoeding voor nadelige maatregelen, zou dit betekenen dat de werkgever haar zou kunnen ontslaan zonder een schadevergoeding te moeten betalen. Net om dat te voorkomen werd de bescherming tegen nadelige maatregelen in het leven geroepen.

Verzoek tot re-integratie

Als de werkgever de arbeidsrelatie heeft beëindigd of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig heeft veranderd, kan de persoon die beschermd wordt tegen represailles er ook voor kiezen om een re-integratie te vragen of om zijn of haar taken te kunnen uitvoeren onder dezelfde voorwaarden als voorheen. Dit is echter geen verplichting. Wanneer de beschermde persoon dit niet vraagt, of wanneer het verzoek niet wordt ingewilligd, kan die een schadevergoeding eisen.